Hans Van Manen | Mooie Woorden

Hij heeft nooit een officiële dansopleiding gehad en kan geen noot lezen. Toch ontwikkelde  Hans van Manen (83) zich tot één van de beste solisten en meest muzikale choreografen van ons land en ver daarbuiten. Zijn balletten Solo en Two zijn deze maand nog te bewonderen bij het Nederlands Dans Theater in het programma Straight Around. “Ik ga door tot ik er bij neerval.”

 Vertrouwen
“In mijn jeugd woonde ik op de Marnixstraat in Amsterdam, te midden van de diverse theaters en nachtclubs. Af en toe mocht ik boodschappen doen voor alle  artiesten die in de nabijgelegen hotels verbleven en ’s avonds ergens optraden. Die wereld vond ik toen al buitengewoon interessant en wist toen al met grote zekerheid dat ik danser wilde worden. Rond mijn dertiende, de oorlog was net ten einde, liet ik mijn moeder weten dat ik niet van plan was om weer terug naar school te gaan. Mijn vader overleed al jaren daarvoor aan tbc. Ik kon toen gaan werken bij de bekende grimeur Herman Michels. Hij was een geweldige man die mij graag een kans wilde geven. Ik bleek erg goed in het grimeursvak en heb vijf jaar met plezier bij hem gewerkt. Het bloed kroop echter waar het niet gaan kon, want dansen was toch wat ik het liefste wilde. Ik was inmiddels achttien en vond dat ik niet langer meer kon wachten. Met lood in mijn schoenen ging ik naar mijn baas om hem te vertellen dat ik niet meer voor hem kon werken, omdat ik me uitsluitend aan het dansen wilde wijden. Hij reageerde boven verwachting en bood me zelfs aan om nog één avond per week voor hem te blijven werken met behoud van mijn volledige salaris: vijfendertig gulden. Dat was nog heel wat in die tijd. Maar het meest bijzondere was dat hij me hiermee opnieuw een kans gaf. Vanaf die tijd heb ik me volledig op het dansen gestort en had soms wel drie lessen per dag. Na een half jaar danste ik al op het toneel bij het balletgezelschap van Sonia Gaskell. Dat is natuurlijk krankzinnig en het zou tegenwoordig absoluut ondenkbaar zijn. In die tijd was er echter een groot gebrek aan mannelijke dansers en daar deed ik mijn voordeel mee. Het jaar daarop zag ik Darja Collin van het Nederlands Opera Ballet. Zij was toen bezig was met een repetitie van Faust. Ik kende haar nog uit mijn tijd bij Michels. Daarom durfde ik voorzichtig iets op te merken over het over het één of ander. Ze vroeg direct of ik dacht dat ik het beter kon en dat beaamde ik. Vervolgens liet ze me het voordoen en nam ze me aan. Dat was het begin van mijn danscarrière. Het is een soort sprookje. Een sprookje dat is ontstaan door het vertrouwen dat ik had in mezelf, maar vooral ook dat ik van anderen heb gekregen.” 

Humor
“Ik ben een positief ingesteld mens en humor neemt voor mij een hele belangrijke plaats in. Hiermee kan ik afstand van de dingen nemen en daardoor bepaalde situaties ineens in een ander perspectief zien en beter begrijpen. Met mijn partner heb ik altijd veel plezier. We kunnen samen vreselijk lachen. Daarom houden we het al vierenveertig jaar met elkaar uit. In mijn balletten maak ik ook dankbaar gebruik van humor. Niet dat ik nou moppen ga vertellen, maar eerder dat ik iets onverwachts laat gebeuren dat vaak per toeval is ontstaan. Wanneer het publiek daar dan even om moet lachen is dat leuk. Bij klassiek ballet is dat nu eenmaal niet gebruikelijk.”

Durven
“Wanneer ik als maker geen risico’s zou durven nemen, gebeurt er niks. Dan zou ik mezelf blijven herhalen. Het is dus iedere keer de uitdaging om iets nieuws toe te voegen, zonder daarbij mijn eigen stijl uit het oog te verliezen. En aangezien ik nu eenmaal niet commercieel werk, behelzen mijn keuzes altijd een zeker risico. Ook met dansers heb ik risico’s genomen en vind het minstens zo belangrijk dat zij - op hun beurt - ook risico’s durven te nemen. Hierdoor ontstaan de mooiste dingen. Dat geldt natuurlijk niet alleen in het ballet, maar voor het hele leven. Mijn leven is één aaneenschakeling van risico’s met als grootste risico dood te gaan. Dat zal op een zeker moment natuurlijk gebeuren, maar ik ben nog kerngezond. Ik leef matig en beweeg voldoende, alleen al door de vele trappen in mijn huis. Afgezien van mijn gezondheid wil ik er met m’n kleren aan graag nog uitzien als een danser. Een beetje ijdelheid is zeer verstandig. Verder zorg ik voor de nodige ontspanning; regelmatig erop uit voor goed eten of cultuur, af en toe genieten van een buitenlandse televisieserie of domweg een paar uur niks doen. Ik kan behoorlijk lui zijn, maar het moet niet te lang duren. Voor de dood ben ik overigens geheel niet bang. Nee, ik geloof absoluut niet in een leven hierna. Wanneer het gordijn dicht gaat is het verhaal - net zoals in mijn balletten  - ook echt afgelopen. Dan heb ik een intens en mooi leven gehad. Daar kan ik me uitstekend bij neerleggen.”

www.ndt.nl