Gijs Scholten van Aschat | Waar geloof je in?

Gijs Scholten van Aschat (45), één van de meest succesvolle acteurs van ons land, verwierf landelijke bekendheid in de televisieseries Pleidooi en Oude Geld. Binnenkort speelt hij de hoofdrol in de film “Het Ravijn”, naar het gelijknamige boek van Max Pam. “Het leven bestaat uit het steeds weer verleggen van je grenzen.”

Waar geloof je in?
“Tja, dat blijft een lastige vraag. Eentje waar ik altijd over nadenk. Van huis uit ben ik Nederlands Hervormd. Ik ging als kind naar de Zondagsschool en naar VJK kampen (Vrije Jeugd Kerken, rc). Daar is het bij gebleven. Ik belijd geen bepaalde religie en het begrip ’God’ zegt me niets. Toch ben ik geen agnost, aangezien religies en de daarbij behorende symboliek me wel interesseren. ‘Het feit dat je dorst hebt veronderstelt de aanwezigheid van water,’ las ik in het werk ‘Rondom de Leegte’ van theoloog en filosoof Cornelis Verhoeven. Het feit dat iedereen het verlangen heeft om ergens in te geloven – op zoek is naar iets – veronderstelt dat er iets is. Wát weet je niet. Het gaat er mij ook niet zozeer om wat dat is. Wanneer je het benoemt beperk je jezelf. Als je zoekt moet je altijd de optie openhouden dat je niets vindt. Het komt eigenlijk neer op de boeddhistische gedachte dat de weg interessanter is dan de bestemming. Of God bestaat doet er dus niet toe. Ik zie de bijbel daarom als een verzameling verhalen die een leidraad, een houvast vormen voor de mens.

Verder geloof ik dat we onze talenten zo optimaal mogelijk moeten benutten. Onze grenzen moeten verleggen. Naast acteren ben ik daarom ook meer gaan schrijven. Ik word af en toe gehinderd door het schuldgevoel dat ik mezelf anders tekort doe.”

 Wat is er heilig voor je?
“Dat ik trouw blijf aan mezelf. Dat is al heel wat, want het veronderstelt dat ik weet wie ikzelf ben...Op zich al een behoorlijke zoektocht met de nodige omleidingen en valkuilen. Ik vind het daarnaast belangrijk om zo positief mogelijk in het leven te staan, bepaalde zaken te leren accepteren en niet cynisch te worden. Als je zoekt moet je altijd de optie openhouden dat je niets vindt.”

Waar hoop je op?
“Ik hoop dat mijn drie kinderen gelukkig worden met wie ze zijn. Ik hoop ook dat ik daar nog lang getuige van kan zijn. In goede gezondheid wel te verstaan. Daar twijfel ik vaak aan. Mijn leven is hectisch, met de nodige stress die ik onder meer probeer weg te roken. Mijn enige en meest hardnekkige slechte gewoonte. Ik denk altijd dat ik vroeg doodga. Daar ben ik bang voor. Als je het niet erg vind steek ik er nu eentje op.” 

Wat zijn de ankers in je leven?
“Daar kan ik kort over zijn; dat zijn mijn vrouw en mijn kinderen. Mijn familie. Bij hen is het iedere keer weer letterlijk thuiskomen. Ze geven me de rust die ik hard nodig heb in mijn turbulente bestaan. Mijn werk gaat voor mij nu eenmaal altijd gepaard met veel spanning. Vooral vroeger had ik daar buitensporig veel last van. Voor ieder optreden moest ik vaak overgeven van angst. Het was als een zwarte vogel die me in mijn nek aanviel. Het werd toen angst voor de angst. Nog erger. Ik heb op een zeker moment besloten om hiervoor in therapie te gaan. Dat heeft geholpen. Het had heel erg te maken met het feit dat ik van mezelf altijd moest voldoen. Je reinste faalangst. Als je het ver genoeg doorvoert is het de angst om niet goed genoeg te zijn, de angst dat er niet van je wordt gehouden.

Ik kom uit een intellectueel gezin en voelde me vaak het buitenbeentje. Ik fietste overal een beetje happy go lucky doorheen. Toch knaagde er altijd een gevoel van dat ik iets móest - zodat ik zou voldoen aan die kwaliteitseisen van mijn ouders - al wist ik niet eens wat deze waren. Want mijn ouders waren eigenlijk best relaxed. Het gekke is dat wanneer ik kan improviseren en de tekst dus niet vastligt, die angst ook veel minder is. Dan kan ik op mezelf vertrouwen en kan ik het loslaten.”

Waar vind je liefde?
“Bij mijn ankers en overal waar ik het wil zien. Het ligt ook heel erg aan mezelf. Wanneer ik goed gemutst bent ziet de wereld er een stuk rooskleuriger en liefdevoller uit. Het wordt steeds moeilijker om de rust te vinden waardoor we zaken als liefde en schoonheid beter kunnen zien. We worden overladen met zoveel informatie en in een dermate moordend tempo dat we nauwelijks meer tijd hebben voor contemplatie. De kunst is dus om voortdurend voor jezelf te bepalen wat je wel of juist niet laat binnenkomen.”

Volg je je hart of je hoofd?
"Mijn hart heeft de neiging te overheersen, maar er zijn zeker momenten waarbij ik mijn verstand gebruik. Het blijft een voortdurend wikken en wegen. Een paar jaar geleden toen ik net het stuk ‘The Prefab Four’ had geschreven, kreeg ik de kans om een rol in de film ‘Dogville’ - naast Nicole Kidman - te spelen. De regisseur wilde dat ik twee maanden lang non stop op de set zou verblijven. Het voelde als een enorme kans, maar het betekende ook dat ik niet met mijn maten in mijn zelf geschreven stuk zou gaan spelen. Mijn hart overwon en ik heb bedankt voor de film. Daar heb ik nooit spijt van gehad. De acteur en schrijver in mij hebben ook de neiging om de duistere kant op te zoeken en verantwoordelijkheden uit de weg te gaan. Die willen groots en meeslepend leven. Dingen doen waarvan ik later spijt krijg. Dan moet ik streng voor mezelf zijn. De vader en echtgenoot zijn gelukkig ook goed vertegenwoordigd in mijn wezen. Die houden het zaakje weer goed in balans."