Geloof, hoop, liefde én prometa

Twaalf jaar lang streed Annemarie de Zeeuw tegen haar verslaving.  Totdat ze eindelijk besefte dat herstel meer inhield dan stoppen met gebruiken. Haar moeder steunde haar tot het bittere einde dat toch nog een zoete wending nam. ‘Ik ben apetrots op haar.’

Annemarie (38): ‘Op mijn twaalfde verhuisden we naar Limburg. Niet lang daarna werd mijn vader gediagnostiseerd met kanker en veranderde ons hele leven drastisch. Twee jaar lang draaide alles om mijn vader en zijn ziekte, waarna hij tenslotte overleed. Mijn vader was een introverte man. Hij kon slecht met zijn emoties overweg en met die van ons al helemaal niet. Als ik wel eens in tranen bij zijn bed stond zei hij alleen maar: ‘Ga maar naar je moeder’. Dat was zo’n typische uitspraak van mijn vader. Maar mijn moeder had het al zwaar genoeg en probeerde ons - mijn jongere broer en ik - er zo goed mogelijk doorheen te slepen. Uit angst om te voelen liet ik geen enkele emotie toe en probeerde zo gewoon mogelijk door te gaan met mijn leven. Op school ging het niet goed. Ik spijbelde veel, was brutaal en recalcitrant en moest naar een andere school. Ondertussen voelde ik me net een tijdbom met al die onverwerkte emoties en ging op zoek naar vluchtroutes. Tijdens het uitgaan had ik de drank én de verdovende werking ervan ontdekt. Omdat ik steeds meer gespannen raakte, was ik op zoek naar een snelle manier om te ontspannen. Alcohol - zo ontdekte ik - bleek hiervoor het perfecte middel. Na een paar drankjes leek alle spanning van me af te glijden en voelde ik even geen ongemak. Omdat ik mijn emoties zo goed eronder wist te houden, was ik naar mijn gevoel ook niet echt ongelukkig. Ik had een groot sociaal netwerk en mijn broer en ik zaten in dezelfde vriendenclub waarmee we vaak op de tennisclub zaten en ook veel uit gingen. Dan werd er natuurlijk altijd wat gedronken. Ik merkte dat ik daar steeds vaker naar uitkeek, maar verbond daar nog geen enkele conclusie aan. Daar was ik helemaal niet mee bezig.’

Bonaire
‘Ik wilde voorlopig niet meer terug naar school en besloot een tijdje naar het buitenland te gaan. Dat werd Bonaire, waar ik in eerste instantie samen met een vriendin vakantie ging vieren. Ik kon bij een dierenasiel gaan werken en besloot te blijven. Ik raakte bevriend met Elly - de eigenaresse van het asiel - en ben later bij haar ingetrokken omdat zij een kamer over had.  Het ging goed met me. Ik genoot van mijn leventje op Bonaire en van mijn werk en had inmiddels ook een leuke groep vrienden. Het was een mooie tijd waarin ik me gelukkig voelde en nauwelijks dronk. Aan die droom kwam abrupt een eind toen ik op een nacht van mijn scooter werd getrokken en ben mishandeld. Ik was volledig in de war en vooral ontzettend bang. Alle emoties kwamen weer naar boven, maar ik wilde er nog steeds niet aan en sloeg weer op de vlucht. Ik ging veel uit en begon weer meer te drinken. Van het een kwam het ander. Een aantal vriendinnetjes van me gebruikten cocaïne en dat wilde ik ook wel eens proberen. Dat was direct een ‘succes’. De coke zorgde ervoor dat al mijn angst en pijn verdween. Als sneeuw voor de zon. Zeker dat spul uit Bonaire. Puurder kan je het nauwelijks krijgen en het was ook nog eens goedkoop. Toen ik dat eenmaal ontdekt had, kreeg de mateloosheid me al snel in zijn greep en gebruikte ik binnen no time elke dag. Ik moest wel, want als ik een dag niet gebruikte kwamen al mijn emoties in volle vaart naar boven en dat moest ik te allen tijde zien te voorkomen. Door de coke kon ik ook steeds meer drinken en liep het volledig uit de hand. Ondertussen had iedereen het wel door.  Ook Elly had er natuurlijk schoon genoeg van en stond machteloos. Zij heeft mijn moeder gebeld dat het beter was als ik weer naar huis zou komen. Het volgende moment zat ik in het vliegtuig terug naar Nederland.’

Van de hotelschool naar de afkick
‘Iedereen was blij dat ik weer terug was, behalve ikzelf. Na mijn vrije leven zat ik ineens weer bij mijn moeder thuis. Zij had inmiddels een vriend, mijn hond was dood en al mijn vriendinnen waren inmiddels afgestudeerd, terwijl ik nog niet eens was begonnen. Ik voelde me eenzaam én ik miste Bonaire. Tenslotte had ik er toch ruim twee jaar gewoond en was op zo’n rot manier vertrokken. Daar voelde ik me heel ellendig en schuldig over. Vanaf dat moment gebruikte ik geen coke meer. Ik kende de wegen er hier niet voor en had zelfs geen behoefte om te gebruiken. Coke associeerde ik toch sterk met Bonaire. Dus begon ik weer steeds meer te drinken, zodat ik maar niets hoefde te voelen. Ik kreeg weer een baantje en maakte daar ook wel wat van, maar toch was ik van binnen diep ongelukkig. Dan maar een studie. Ik vertrok naar Den Bosch om daar de hotelschool te gaan doen. Een pittige opleiding. Zeker als je verslaafd bent, alleen wist ik dat nog niet. Daar in Den Bosch werd de eenzaamheid alleen nog maar groter. In de weekenden ging iedereen naar huis en bleef ik alleen in mijn nieuwe appartementje en dronk mijn eenzaamheid weg. Die hotelschool is het dus nooit geworden. Weer terug bij mijn moeder ging het zo slecht dat ik me tenslotte bij de verlavingszorg heb gemeld. Daar werd me verteld dat ik acht maanden moest worden opgenomen. In het begin had ik veel last van angst en paniekaanvallen. Ik wist me geen raad met al mijn emoties en angsten en praatte nog steeds niet over mijn gevoelens. Na die lange periode was ik volgens de kliniek weer klaar voor de grote wereld en kreeg ik een flatje in Sittard toegewezen. Mijn moeder had een baantje bij een accountantskantoor voor me geregeld wat ik verschrikkelijk vond. Ik startte met een thuisstudie en begon weer met tennissen, maar blij werd ik er niet van. Ik had kennelijk mijn rock bottom  nog niet bereikt, want ik begon weer te drinken. Dat ging natuurlijk faliekant mis en zo kwam ik weer in de detox terecht. Dat gebeurde nog een paar keer achter elkaar. Het was pappen en nat houden, want er veranderde in feite niets.’

Crack & friends
‘Tijdens een reis met mijn moeder naar Turkije ging het weer helemaal fout. Het was geen kwestie meer van willen drinken want mijn lichaam schreeuwde om alcohol. Dat gevoel is zo erg, dat wens ik mijn ergste vijand niet toe. Ik moest alcohol drinken anders ging het mis en dat ging het ook. Vanwege mijn toestand gingen we eerder terug en op het vliegveld kreeg ik een insult en werd ik aan het infuus gelegd. Ik voelde me ellendiger en schuldiger dan ooit  - een hopeloos geval - en wilde weer terug naar mijn eigen huis. Ik was de weg volkomen kwijt en op dat moment kwam ik in aanraking met een buurmeisje. Zij bleek crack verslaafd en had me kennelijk al in de gaten gehad. Ze had mijn moeder in een mooie auto zien rijden en hoopte in mij een gewillig slachtoffer te vinden om haar te kunnen financieren met haar gebruik. Zo werkt dat heb ik later begrepen en het is haar in ieder geval gelukt. In eerste instantie was ze heel aardig. Ze vertelde me hoe crack me zou kunnen helpen, want daardoor zou ik me weer goed kunnen voelen en had ik geen alcohol meer nodig. Dat was niet tegen dovemans oren gezegd. De keer daarop nam ze haar broer mee. Ik was zo blij met alle aandacht, want inmiddels had ik niet veel vrienden meer over. Ze had ook niets te veel gezegd want de crack deed wat ’t moest doen. Ik was direct in de zevende hemel en had geen alcohol meer nodig! Dit was voor mij het walhalla. Ik had weer nieuwe vrienden, maar was wel hooked aan de crack.
 

Promising Prometa
‘Op een dag werd ik door de bank gebeld ‘Als jij zo doorgaat dan is die erfenis van je vader er binnenkort snel doorheen,’ hoorde ik iemand zeggen. Toen schrok ik heel erg, maar ik kon niet meer terug. Ik zat al helemaal in de wereld van mijn ‘nieuwe vrienden’ die me ondertussen me aan alle kanten zaten uit te buiten. Ik sliep en at bijna niet meer,  zat dagen voor me uit te staren en werd geplaagd door waanvoorstellingen. Op een zeker moment was ik zo bang dat ik mijn moeder vroeg of ik een weekje bij haar in huis mocht komen. Dat mocht onder voorwaarde dat ik niet gebruikte. Die eerste avond ging ik maar naar tv kijken en viel in een interview met cabaretier Javier Guzman. Het ging over een behandeling (de Prometa-methode, red.)die hij in Madrid had ondergaan waardoor hij binnen drie dagen bevrijd was van zijn drankzucht. Dit moest ik gewoon ook gaan proberen. Met het laatste beetje kracht dat nog in me zat heb ik een afspraak geregeld. Zo ontmoette ik Meindert Inderwisch. Hij werkte  als counselor en regelde de behandeling vanuit Nederland. Meindert werd mijn steun en toeverlaat en is nog steeds mijn beste vriend.  Binnen een week zat ik onder begeleiding van mijn moeder in Spanje. De behandeling sloeg enorm aan en vier dagen later gingen we alweer terug. Meindert zou ik eens per week in Antwerpen ontmoeten voor nazorggesprekken. We waren allebei dolgelukkig. Het was te mooi om waar te zijn. Maar eenmaal weer thuis kwamen al mijn oude bekenden weer bij me langs. Die waren me niet vergeten en wilde me weer al te graag voor hun karretje spannen. Toen mijn moeder op vakantie was ging ik weer voor de bijl.’

De ‘Missing Link’
‘Het was duidelijk dat ik toch nog een andere behandeling nodig had. Een keer in de week een beetje praten was gewoon niet genoeg. Mijn hele gedrag, inclusief al mijn verslavingsmechanismen moesten op een dieper niveau worden aangepakt. In overleg met Meindert ben ik toen naar de kliniek in Zuid-Afrika gegaan. Dat was overduidelijk de missing link. Daar pas heb ik geleerd te luisteren en heb ik inzicht gekregen in mijn gevoelens en mijn patronen. De terugvlucht van Zuid Afrika naar Nederland is het engste wat ik ooit gedaan heb. Ik was zo bang om alles wat ik geleerd had weer kwijt te raken. Inmiddels weet ik gelukkig dat er nu echt iets wezenlijks in me is veranderd. Diep van binnen heb ik altijd wel geloofd dat ik er op een dag wel uit zou komen. Prometa was een eerste stap, maar zonder de hoop, kracht en liefde van mijn councelors en het programma had ik dit niet na kunnen vertellen.’

Hermien (65): ‘Annemarie is bang geboren, zeg ik altijd. Ze huilde heel veel en had overal angst voor. Ik was soms ten einde raad en wist niet of ik haar nu voor de leeuwen moest gooien of haar maar eindeloos aan ‘t handje moest houden. Het werd het laatste en achteraf bekeken heb ik haar  misschien wel te veel beschermd. Aan dat achteraf analyseren heb je natuurlijk niet veel, maar je bent toch op zoek naar antwoorden. ‘Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wat heb ik fout gedaan? Waarom heb ik mijn kind hier niet voor kunnen behoeden?’ Tijdens het ziekbed van mijn man was ons hele gezin in feite ziek. We woonden nog niet zo lang in Limburg en ik kende daar nog maar weinig mensen. Het was een zware tijd, vooral omdat we zo weinig met elkaar over onze emoties spraken. Daar hield mijn man niet van. Hij was erg introvert en altijd bang om de controle te verliezen. Na zijn dood vroeg ik me af wat we nog in Limburg te zoeken hadden, maar we zijn toch maar gebleven. Waar moesten we anders heen? Ik was ervan overtuigd dat we met z’n drietjes onze schouders eronder zouden zetten en het gingen redden. Helaas bleek dat een illusie. Door alle opgekropte spanningen die ineens wegvielen,  hadden we nu vaak ruzie. Annemarie en haar broer deden hun eigen ding en waren veel de hort op. Ik was ook wel veel met mezelf bezig, maar probeerde daarnaast een zo leuk mogelijke moeder te zijn. Ik wilde graag dat het leven voor de kinderen zo normaal mogelijk door zou gaan, maar heb Annemarie’s gevoelens onderschat. Ik dacht dat ze mij niet nodig had en had niet door hoe zeer zij haar gevoelens probeerde te ontvluchten.’

Weer thuis op de bank
‘Na haar middelbare schooltijd leek het me een goed idee als Annemarie  er een tijdje tussenuit zou gaan. Mijn broer verhuisde naar Bonaire en dat leek haar ook wel wat. Uiteindelijk is ze er ruim twee jaar gebleven, waarin ze tussentijds ook wel eens is terug gekomen en ik haar ook een keer heb bezocht. Van de ene op de andere dag zat ze hier weer ineens op de bank. Ik was verbijsterd en stond er op dat ze wel ging werken. Dat deed ze braaf.  Ik had zelfs het idee dat ze het best leuk vond. Ik was blij dat ze nu met die cocaïne was gestopt en had geen idee dat ze inmiddels aan de drank was. Al die vrienden van haar dronken immers ook. Geen flauw benul had ik nog van de mechanismen van een verslaving en dat iemand die een cocaïne probleem had gehad natuurlijk ook niet zou moeten drinken.’

Verstopte flessen
‘Pas toen Annemarie in Den Bosch ging studeren begon ik iets door te krijgen. Het viel me op hoeveel flessen drank er in haar huis stonden. Omdat het helemaal niet goed ging, kwam ze terug naar huis. Vanaf dat moment ging het snel bergafwaarts en vond ik af en toe flessen drank die ze had verstopt. Na haar opname leek het even goed te gaan. Toch begon ze af en toe weer met drinken. Een paar drankjes konden best wel weer, verzekerde ze me. Dat had ze nu wel geleerd. Maar dat ging weer helemaal fout en zo belandde ze weer op de detox. Dat ging zo een op en af. Ik zag het met lede ogen aan en voelde me intens machteloos. In de hoop dat het haar goed zou doen, gingen we op vakantie naar Turkije. Dat werd een fiasco. Ze loog voortdurend over haar drankgebruik. Terwijl ik dacht dat ze een cola dronk, beek er voornamelijk Bacardi in te zitten. Ik besefte dat ze geen keuze meer had en dat ze gewoon moest drinken om te kunnen ‘functioneren’. Het waren gênante vertoningen die ik daar heb meegemaakt en die ik me nu nauwelijks meer kan voorstellen.’

Een wonder
‘Eenmaal weer terug, was ze niet meer welkom bij de detox. Die hadden er kennelijk geen verdusie meer in. Annemarie ging terug naar haar eigen huis. Ze sloot zichzelf op en ik kreeg steeds minder contact met haar. Ze ging met foute types om en ik begreep dat ze ook weer drugs gebruikte. Ik zag hoe ze afgleed, maar moest het proberen los te laten en vertrouwen te hebben, want ik kon niets doen als ze zelf niet wilde. Ineens wilde ze voor een weekje bij me komen omdat ze last had van angsten. Ze beloofde dat ze niets zou gebruiken. Haar laatste hoop was de Prometa-methode waarover ze had gehoord.  Het was een uiterst kostbare behandeling, maar ik heb toegestemd om het te betalen en met haar mee te gaan. Na alles was ik behoorlijk sceptisch geworden, maar het voelde als een laatste kans. Daar in Spanje wist ik niet wat me overkwam. Ze knapte direct zienderogen op. Van blauw doorschijnend kreeg haar gezicht ineens weer kleur. Vier dagen later vlogen we weer terug. Ik was heel emotioneel en huilde van geluk. Ik had mijn dochter weer terug. Het was een wonder.’ 

Opscheppen
‘Het bleef goed gaan en ik had zoveel vertrouwen in Annemarie dat ik het wel weer durfde om met vakantie te gaan. Zij zou tijdens mijn afwezigheid ook voor mijn huis zorgen. Tijdens mijn reis voelde ik al nattigheid. Ik sprak haar een paar keer aan de telefoon en dat klonk niet goed. Toen had ik misschien toch op het vliegtuig moeten stappen, maar ik dacht dat het zo’n vaart niet zou lopen. Ook omdat ze nu veel contact met Meindert had. Maar helaas was ze weer compleet teruggevallen.

Ik begreep niet hoe dit nu weer had kunnen gebeuren. Ik vreesde voor haar dood en  vroeg me tegelijk af of het voor ook niet beter zou zijn. Juist omdat ik zoveel van haar hield, want dit was toch geen leven! Godzijdank heeft Meindert haar naar Zuid- Afrika gekregen. Dat is haar uiteindelijke redding geworden. Toen ze terugkwam is ze verhuisd en de opleiding voor coach en counselor gaan volgen. Nu werkt ze al geruime tijd zelf met verslaafden. Ze begrijpt als geen ander wat verslaving is. Als ik soms mensen hoor opscheppen over hun kinderen dat de ene notaris, en de andere dokter of weet ik niet wat is geworden, heb ik de neiging om te zeggen: ‘En mijn dochter was ernstig verslaafd en heeft haar verslaving geheel overwonnen!’’