Gebruik je talent en wordt wie je bent

Banen en functies zijn niet een norm waaraan wij zo goed mogelijk moeten voldoen. Het zijn voertuigen en middelen voor de verwerkelijking van ons talent. Een uniek talent, dat boven alle andere vaardigheden uitsteekt. Wanneer we dit niet benutten loopt het slecht met ons af. Aldus Jan de Dreu, medewerker en coach bij deVoorde, centrum voor zingeving in het oosten van het land.

Een opvallende boodschap van een op het eerste gezicht onopvallende man. Wanneer hij over zijn werk praat wordt het direct duidelijk dat hij in staat is mensen te inspireren en te helpen om weer dichter bij zichzelf komen. Via dit  talent onderwijst hij onomwonden zijn zelf verworven wijsheden. Met het verschijnen van zijn boek ‘Leef’ is zijn kennis nu voor iedereen toegankelijk. Hierin biedt hij - zonder valse beloftes of succesformules - hanteerbare manieren om je drijfveer op te sporen, obstakels te overwinnen en gebruik te maken van ons unieke talent. “Je kunt alleen maar worden wie je bent”.

Hoe slecht loopt het met ons af wanneer we niet met ons talent werken?
Werk – dat kan van alles zijn - is het meest fundamentele wat er is. Fundamenteel, omdat je iets geeft van wat je in je hebt. Wanneer je dat vanuit je overvloed, je talent doet, dan klopt het. Maar wanneer dat vanuit het prestatiegerichte ego gebeurt, loop je vroeg of laat vast. Dan ben je voortdurend alle zeilen aan het bijzetten. Mensen raken uitgeput, beschadigd en daarin staan ze tegenwoordig ook alleen. Vroeger was het normaal dat je chef zich om je bekommerde, nu wordt je bij het minste geringste de ziektewet ingesluisd. Je bent ineens een geval.

Hoe kan het dat wij maar één uniek talent hebben?
Wij zijn maar één iemand, een éénmalig exemplaar van de mensheid. Uniek in zijn samenstelling van kwaliteiten die ieder mens heeft. Dat is ten diepste één bepaald meesterschap in jou of in mij. Daarom is jouw bepaalde talent volkomen uniek.

Toch lijkt het alsof mensen ook hetzelfde talent kunnen hebben.....
Het is belangrijk om je talent te benoemen, maar in de beperking toont zich de meester. Daarmee bedoel ik: wij zijn érgens goed in, heel goed zelfs. Dit is beperkt en vooral heel specifiek. In mijn geval: mijn meesterschap maakt mij tot een uniek geval, maar de keerzijde daarvan is dat het heel beperkt is. Er zijn talloze andere onderwijzers die kunnen het op een hele andere manier beter dan ik. Nu gaat het erom dat ik me die andere manier niet ga proberen eigen te maken. Iets wat je bij veel leidinggevende mensen ziet. Die proberen naar een soort van algemene stijl van leidinggeven toe te groeien. Maar je moet juist durven versmallen door te zeggen: ‘zoals ik het in me heb, zo wil ik het doen!’ Dan accepteer je je beperkingen en dat maakt je uniek.

Wat is de aard van ons talent?
Om dit beter te kunnen begrijpen gebruik ik vaak het beeld van bijvoorbeeld een pompoenzaadje. In dit ogenschijnlijke kleine zaadje zitten alle ingrediënten om later die pompoen te worden. Wanneer het wordt geplant en voldoende water en zonlicht ontvangt wordt het ook een pompoen. Het zaadje bevat dus precies die combinatie van kwaliteiten om pompoen te worden. Maar geen pompoen is gelijk. Zo werkt het ook bij de mens. Ons talent - dat wat wij in essentie aan overvloed in ons hebben – wil eruit, wil zich manifesteren. Het is vervolgens aan ons om dit te volgen of het tegen te houden.

Wat gebeurt er als we vol in ons talent durven geloven?
Als we op de top van onze overvloed durven te staan stelt dat alleen maar iets voor als er een afnemer is. Die krijgt op dat moment het beste van wat wij te geven hebben. Het positieve resultaat dat daaruit ontstaat, is verandering. Het leven van onze afnemer verandert dankzij onze impuls.

Waarom is het voor velen zo moeilijk om te achterhalen wat hun unieke talent is?
Omdat je er steeds verder van bent geraakt. Aan kleine kinderen kan je goed zien dat ze hier nog heel dichtbij zijn. Van nature doen ze de dingen die ze leuk vinden en stellen ze vragen die hun interesseren. In hun ogen zie je die drijfveer. De opvoeding en het onderwijs die daarna volgen voeren ons daar langzaam maar zeker weer vandaan. Er wordt ons vooral verteld waar we niet goed in zijn en wat we moeten verbeteren. De aandacht is altijd op het tekort. We moeten ons hierdoor aanpassen aan andermans verwachtingen. Er komt een heel plaatje op ons af, waar we langzaam in worden gedrukt en waar je later maar weer moet zien uit te komen.

Hoe kom je daar dan uit?
Door eerst te beseffen dat je persoonlijkheid, je ego voortkomt uit het gedrag dat we in de loop der jaren ontwikkeld hebben om te ‘overleven’. Dit heeft ons ooit gediend, maar nu niet meer. Dit ego wil echter niet veranderen en zal er alles aan doen om jou in zijn greep te houden. Dat vraagt de ‘gave des onderscheids’ zodat je leert waar te nemen wie er tot je spreekt: je hart en je ziel die je aanmoedigen door te gaan of je ego dat je terugfluit.

En hoe kom je vervolgens bij je talent?
Het gaat erom dat je weer ontdekt wat je van oorsprong al bent. De bekende zangeres Aafje Heynis zei ooit in een interview: “Je kunt alleen een zanger worden als je er een bent”. We kunnen dus alleen worden wat we in essentie al zijn. Bij onze geboorte krijgen we een talent mee dat ons al tot ‘iemand’ maakt, los van wat anderen van ons proberen te maken. We zijn er zo aan gewend dat we het bijzondere ervan niet beseffen. Onderzoek wat je het liefst doet zonder dat je ergens aan hoeft te voldoen. Precies zoals een kind gewoon doet wat het leuk vindt. Wanneer je oprecht naar je ware aard begint te zoeken zal je merken dat je ingevingen krijgt. Ons talent woont al ons hele leven in ons dus als er iets is wat we zouden moeten weten, dan is het dit.

Hoe kunnen we ons talent in ons werk het best gebruiken?
Alleen jijzelf kan voelen wat je met je talent kan en moet. Ons talent is er echter niet voor onze eigen eer en glorie, maar om uit te geven. Geniet hiervan zonder waardering en applaus te verwachten. Haal je energie dus uit andere zaken zoals hobby’s en respecteer de ‘zevende dag’ wanneer die ook moge zijn. Het gaat erom dat het energieveld van zes dagen werken wordt onderbroken met één dag genieten. Om dit goed te begrijpen vergelijk ik dit gegeven met de mystieke dans van de draaiende derwisj. Deze danser draait om zijn as met twee uitgestrekte armen. De linkerarm heeft de hand met de rug naar boven en de palm naar beneden. Dat is de hand waar de danser naar kijkt en die aan de wereld geeft. De rechterarm heeft de palm naar boven, vragend om inspiratie en voeding. In het hart komen beide samen. De inspirerende energie die ontvangen is, wordt zo omgezet in gevende energie.

Het doseren van je talent is ook belangrijk. Opdat je afnemer niet doorbrandt en jij niet afbrandt. Durf daarentegen wél eigenaardig te zijn en de formele kaders van een functie te doorbreken. Net zo ver tot het niet meer past. Dat is dan het teken dat de tijd is aangebroken om van werk te veranderen. Een baan verlaten is dan geen mislukking, maar een uiting van zelfbewustzijn en groei.

Tegenwoordig wil iedereen zo graag voor zichzelf beginnen. Op zich is het natuurlijk goed dat iemand zich afvraagt wat zijn of haar talent is. Wat hij of zij graag zou willen. Maar er zit een enorm risico aan vast. Dat van totaal isolement. Het is ongezond om helemaal alleen te werken, want je komt toch in een vernauwing terecht. Het eerste wat ik dan altijd roep is: “zoek een partner!”. Met z’n tweeën – drie is eigenlijk nog beter - ontstaat een heel sterk ‘wij’. Ieder met zijn eigen unieke talent.

Leef, 8 opwekkende aanwijzingen’, Jan de Dreu
ISBN 90-77416-01-3 

Voor meer informatie over opleidingen, cursussen en lezingen:

De Voorde
Den Alerdinckweg 2
8055 PE  Laag Zuthem
mail@devoorde.nl
www.devoorde .nl

 

Het tot bloei laten komen van je talent

Lang geleden was er eens een zeer respectabele koning die uitgestrekte landerijen en tuinen bezat. Op een dag hoorde deze koning dat de bomen, struiken en bloemen in zijn tuinen het steeds slechter gingen doen, terwijl ze water en voedsel genoeg kregen. Ook was het klimaat mild en aangenaam.

De koning, bezorgd om wat er gaande was, bezocht zijn favoriete tuin. Daar trof hij halfverwelkte en halfdode bomen, struiken en bloemen aan. Hij legde bezorgd zijn oor te luister bij de bomen en planten. De eik vertelde hem dat hij wegkwijnde omdat hij niet zo hoog kon worden als de pijnboom. De pijnboom liet zijn bladeren vallen omdat hij het betreurde dat hij geen druiven kon dragen zoals de wijnstok. De wijnstok was bijna dood omdat die geen bloemen kon krijgen zoals de roos. En zo ging het verder. Toen vond hij ergens in een hoek van de tuin een margrietje dat er fris bijstond en uitbundig bloeide. De koning vroeg waarom het margrietje er wel fris bij stond en hoe het kwam dat ze zo uitbundig bloeide. Het margrietje antwoordde het volgende: 

'Ik ging er vanuit dat u mij geplant heeft omdat u een margriet in uw tuin wilde. Als u een eik of een pijnboom had gewild, had u die zeker geplant. Maar ik dacht, ik kan toch niet anders zijn dan wie ik ben, laat ik daarom mijn mogelijkheden maar zo goed als mogelijk benutten en fris en uitbundig bloeien! De koning begreep de boodschap van de margriet. De margriet had met haar unieke aroma schoonheid en genot gegeven aan de tuin."
'Je kunt alleen maar zijn wie je echt bent. Je kunt onmogelijk iemand anders zijn. Je kunt genieten en tot bloei komen en jouw unieke aroma aan de wereld toevoegen of je kunt treuren en wegkwijnen als je jezelf niet accepteert en veroordeelt.'
- Oude Sufi vertelling