Omarm je monster!

‘Engelse drop vind ik zóó lekker!!! Ik ben er verslaafd aan!’ De term ‘verslaafd’ gebruiken we vaak om aan te geven dat we van iets (of iemand) nooit genoeg denken te krijgen.  Dat lijkt heerlijk en onschuldig, maar is beduidend anders wanneer je werkelijk verslaafd bent. Dan ben je niet alleen de weg, maar vooral jezelf kwijt en verkeer je in de hel. Monique Rosier (58) kan erover meepraten en schreef er een boek over, ‘Monster & Mo’; een pakkend en openhartig verslag over haar eigen verslaving én bevrijding. ‘Het gewone leven blijkt de grootste kick!’ 

(Over)leven
Geen leven verloopt precies volgens plan en ook het leven van Monique Rosier heeft tot nu toe de nodige wendingen gemaakt. ‘Nodig’ omdat al haar ervaringen hebben geleid tot wie ze nu is: een authentieke, kwetsbare en tegelijk sterke vrouw die volledig en op eigen benen in het leven staat.

Het gaat zoals het gaat, maar vertrouwen we daar ook op? We willen maar al te vaak zelf aan het roer van ons leven staan. De controle hebben. En dat is precies ook waarom we vaak vastlopen. Want in hoeverre zijn we in staat om het leven te accepteren zoals het zich aandient en er vervolgens mee om te gaan? Dat is waar haar verhaal in essentie om draait.

Na acht jaar lang gevangene te zijn geweest van haar verslaving is ze de schaamte voorbij. In de hoop nu ook anderen tot steun te kunnen zijn schreef ze haar hele verhaal op. En aangezien ik zelf ook regelmatig aan het stoeien ben met mijn - zeg maar gerust - verslavingsgevoelige karakter, was ik oprecht nieuwsgierig naar haar boek. Ik heb het in één ruk uitgelezen. Na het lezen ervan begreep ik ineens veel meer van verslaving en hoe je ernaar kunt kijken. Hoe je erin terecht komt én hoe je je ontwrichte leven weer op de rit kunt krijgen. Dat is overigens niet iets dat je alléén met dit boek kunt doen, maar het kan er wel bij helpen, want het staat boordevol inzichten en praktische tips.

‘Monster & Mo’ is vooral ook een pleidooi voor een eenvoudiger leven en daarom een aanrader voor iedereen die regelmatig met zichzelf in de knoop ligt. Dat houdt niet in dat het leven ineens saai zou moeten worden. Monique: ‘Integendeel. Wanneer je weer in staat bent om werkelijk te voelen en je leven te overzien, kun je van de kleinste dingen groots genieten en heb je niet eens de behoefte om ‘ergens anders’ te zijn dan in het ‘hier en nu’. Door ons hectische, verharde en overvloedige bestaan, raken velen de weg kwijt. Verslaving is in feite een logisch gevolg. We zijn vergeten wat het is om een ‘gewoon’ leven te leiden en zijn eerder aan het óverleven. Dat doen we door te vluchten en dat kan op vele manieren. Zoals in alcohol, drugs, sex, gokken, computeren, werk, sport of  - zoals ik – in eten.’ 

‘Het maakt eigenlijk niet uit waaraan je verslaafd bent,’ benadrukt ze. ‘De onderliggende drijfveer is namelijk bij iedereen gelijk: een diepliggende -veelal onbewuste - overtuiging dat je niet goed genoeg bent zoals je bent en het leven – met al z’n ups en downs - daarom niet aankan. Zo ben je voortdurend op de vlucht. Voor het leven, maar vooral voor jezelf.’

Niet meer de baas
‘Verslaafd’ word je niet van de ene dag op de andere. Niemand begint iets te gebruiken of te doen met het vooropgezette plan om nou eens een fijn afhankelijk te worden. Verslaving is een sluipend proces waarbij je voortdurend op het randje leeft. Dat gaat nog wel zolang je erop balanceert, maar het wordt pas echt vervelend wanneer je er aan de andere kant van afkukelt. Zoals ook Karina Hollekim – de Noorse B.A.S.E. jumpster  – overkwam toen ze uiteindelijk crashte. In een interview in de vorige Salt (nr. 3) vertelt ze hoe verslaafd ze was aan de adrenaline die bij haar vrij kwam tijdens een sprong. ‘Ik ben vrij goed in wegrennen en B.A.S.E. jumpen was  mijn vluchtroute,’ zegt ze letterlijk. Ze móest het doen, want anders was ze niet gelukkig.

Op het moment dat je dus iets nodig hebt om je gelukkig te voelen ben je afhankelijk – een slaaf – geworden en dus letterlijk verslaafd. Monique begrijpt precies waar Karina het over heeft. Zelf was ze jarenlang een verwoed autoracer, maar bij haar werd uiteindelijk eten een ware obsessie. Je kunt dus in principe aan alles verslaafd raken, maar de ene verslaving is wel destructiever dan de andere.

Bij het woord ‘verslaafd’ of ‘junk’ denkt men vaak aan die zwerver onder de brug met een fles in een papieren zak of aan een onverzorgd, uitgemergeld persoon met ingevallen wangen en holle  ogen, maar dat is zeker niet altijd het geval. Ook junks zijn er in allerlei rangen en standen en ze komen echt niet alleen maar uit asociale en verscheurde gezinnen. Het kan iedereen overkomen.

Vroeg, maar ook laat. Zo kwam Monique uit een – zoals ze zelf zegt – ‘redelijk normaal en gezond’ gezin en vond ze dat ze eigenlijk geen enkel alibi had voor haar verslaving, die in eerste instantie heel onschuldig begon. Monique: ‘We noemen al snel iets een ‘verslaving’, maar er is pas sprake van een werkelijke verslaving wanneer je leven vastloopt en je in een vicieuze cirkel terecht komt. Dat is duidelijker bij bijvoorbeeld een heroïnejunk dan bij een vrouw als Karina. Maar tóch werd Karina letterlijk totaal in beslag genomen door haar jumpgedrag. Ze kon het leven alleen nog maar voelen als ze sprong en ze wilde alleen nog maar meer, verder én gevaarlijker springen wat leidde tot een bijna noodlottig resultaat. Ze zei dat ze koos voor het leven, maar flirtte voortdurend met de dood.’

Het doet me denken aan een nummer van Annie Lenox, waarin ze zingt: ‘Dying is easy, it’s living that’s scares me to death.’ Na haar ongeluk kon Karina pas werkelijk inzien wat ze haar familie en vrienden had aangedaan en vooral ook zichzelf. Wanneer iemand dus alleen maar in extremen kan leven om gelukkig te zijn, weet je dat diegene wegloopt van het ‘gewone’ leven wat verrassend meer te bieden heeft dan die persoon dacht. Het is een illusie om te denken dat je geluk afhangt van extremiteiten. Om dáár naar te kijken is pas interessant en vereist inzicht en begrip. Dat wil niet zeggen dat mensen die van spanning houden en soms op te toppen van het leven willen verkeren een probleem hebben. Zij worden er niet door geobsedeerd en leiden verder ook een gezond sociaal leven.

Daarom ben ik beslist geen voorstander van het ‘straf- en beloningssysteem’ dat vaak in de verslavingszorg wordt gehanteerd.

Winner or loser?
Ook Monique was jarenlang in de ban van haar verslaving. In gevecht met haar ‘monster’, zoals ze het zelf noemt. Maar hóe heeft zij het nu overwonnen en werd ze weer de baas? Monique: ‘Dat werd ik dus niet! En pas toen ik tot die ontdekking kwam – dat ik machteloos was - en dat tot in m’n tenen toe kon beseffen, belandde ik op de weg naar herstel.’ Hûh! Hoezo machteloos?  Moest je dat verslavingsmonster dan niet overwinnen? ‘Dat is een logische gedachte,’ legt ze uit. ‘Maar zo werkt het niet, heb ik inmiddels ondervonden. Je kunt op wilskracht misschien veel bereiken, maar je ‘monster’ (lees: je ‘dwangmatige’ kant, je verslaving, rc) is vele malen sterker dan jij. In het Engels zeggen ze ook wel ‘What you resist persists’, wat zoveel betekent als dat waar je vanaf wilt, alleen maar sterker wordt.’

’Daarom ben ik beslist geen voorstander van het ‘straf- en beloningssysteem’ dat vaak in de verslavingszorg wordt gehanteerd,” benadrukt ze. “Daar werd ik alleen maar opstandiger en strakker van. Van mij mag daarom álles en daardoor is er al direct meer ontspanning. En vervolgens ga ik samen met de persoon in kwestie uitgebreid uitzoeken waar diegene wérkelijk naar hunkert of juist bang voor is. Het is cruciaal om erachter te komen hoe je in elkaar zit en wat je te doen en te geven hebt in dit leven. Daarnaast ben je meer dan een gekmakend hoofd met malende gedachtes. Je hebt ook een fantastisch en ingenieus lichaam waarmee je kunt voelen en dat je van alles vertelt. Maar wanneer je verslaafd bent is het contact met je lichaam totaal verstoord.’

‘Ik ga uit van de gedachte dat mensen die verslaafd raken zijn vastgelopen en vooral begrip, vertrouwen en liefde – op het onvoorwaardelijke af – nodig hebben. Dat is ook niet zo verwonderlijk als je naar onze maatschappij kijkt waarin we van alles moeten en ons in een constante ratrace bevinden. Dat begint al vroeg. Ik had vroeger op school liever geleerd over wie ik ben in plaats van wat ik moest worden. We moeten alsmaar meer en beter. We moeten winnen! Dat kan toch nooit lang goed gaan? Het kan niet anders dan dat het tegendeel zich  op ten duur zal laten gelden. Kijk maar naar zoiets als de credietcrisis.’ 

Trust the process
Verliezen is dus net zo belangrijk in het leven als winnen. En pas wanneer je kan erkennen dat je als verslaafde machteloos bent, ben je bezig met je ‘overwinning’. Zelf spreekt ze liever over ‘heling’. ‘Want je wordt gewoon wie je in wezen bent; een heel en compleet persoon. Met al je plussen én je minnen. Je bent goed zoals je bent, je hoeft jezelf niet voortdurend te fixen, maar dat vinden we maar vaak moeilijk te accepteren. En toch ligt daar de sleutel.’

‘Wanneer je leert om je meer over te geven aan het leven, word je sterker, rustiger en gelukkiger. Dan kan je zien waarom de dingen gaan zoals ze gaan en dat het eigenlijk alleen maar fout gaat wanneer wij er proberen tussen te komen en van alles willen sturen en controleren. ‘Trust the process’ is daarom één van mijn favoriete mantra’s. Ik zie een verslaafde dus zeker niet als een loser, noch als een psychiatrisch geval, maar als een gevoelig en slim mens die voortdurend een weg vindt om deze hectische, overvloedige en individualistische wereld te ontvluchten.’

Want uiteindelijk eindigt die weg in een doodlopende weg, een gevangenis, maar – en dat is het goede nieuws – daar kun je jezelf uit bevrijden. Want als je erin slaagt om met je monster te gaan samenwerken en als het ware een soort B.V’tje op te zetten, dan bundel je de krachten en houd je niet voor mogelijk waartoe je in staat bent.

‘‘Monster’ is natuurlijk een metafoor voor je ‘sterke, destructieve’ kant,’ verduidelijk Monique. ‘Het is niet iets buiten jezelf, want je bént het zelf! Hoe kan je nu in godsnaam van iets afwillen dat gewoon bij jou hoort? En niet alleen dat, want als je goed met ‘monster’ weet om te gaan dan kan hij je juist veel over jezelf leren. Met dat principe werk ik met mensen in mijn praktijk en leer ik ze hoe ze die relatie met hun ‘monster’ leuk en zinvol kunnen maken. Ik leer ze wat ik heb geleerd; hoe je op zachte wijze weer verantwoordelijkheid kunt nemen voor een eerlijk, liefdevol en kleurrijk leven, zonder die intense afleiding van een verslaving. Zonder spanning en angst. Wanneer je zo naar een verslaving kunt kijken is het  ineens geen onoverkomelijk probleem meer, maar eerder een kans om te groeien.’

Monique Rosier (1963) verwierf in de jaren tachtig nationale bekendheid door haar rol van Pien in de succesvolle serie ‘Zeg eens AAA’. Naast acteren, was ze ook werkzaam als styliste en casting-director. Gedreven door haar eigen zoektocht en ervaring startte ze achttien jaar geleden haar eigen praktijk als zelfstandig therapeut. In haar praktijk begeleidt ze niet alleen mensen met een (eet)verslaving maar iedereen die om wat voor reden dan ook is vastgelopen in zijn of haar leven. 

Monster & Mo, Monique Rosier, Uitgeverij Christofoor, € 27,50.
Voor meer infomatie: www.moniquerosier.com